April 2019
De Kinderombudsman Den Haag, Yvette Nass, vroeg mij een gastcolumn te schrijven voor haar Jaarverslag 2018. Aan dat verzoek heb ik met plezier voldaan.
Kinderen hebben de toekomst. Maar sommige kinderen hebben ook een verleden.
Er zijn kinderen die pech hebben met waar hun wieg staat, bij wie ze opgroeien of met wie ze tegenkomen op hun weg naar volwassenheid. Zij krijgen simpelweg niet voldoende kans om zich evenwichtig te ontwikkelen.
Naast de gezinssituatie zijn er andere omstandigheden die de ontwikkeling van kinderen kunnen belemmeren. Armoede, gezondheid of – zoals bij asielzoekerskinderen – oorlogs geweld en je land moeten ontvluchten, het zijn maar drie voorbeelden. Onderzoek laat steeds duidelijker zien dat negatieve jeugdervaringen grote invloed hebben op de verdere ontwikkeling. Hierdoor ontstaan hechtingsstoornissen en andere problemen die levens bepalend zijn en van generatie op generatie worden doorgegeven zolang er niets gebeurt. Deze kinderen hebben bovendien vaak dubbel pech als zij op grond van hun ‘anders zijn’ worden buitengesloten. Je moet meedoen om erbij te horen en soms lukt dat niet.
Ze worden dan niet gezien en niet gehoord.
Het helpt kinderen niet als je ze in hokjes stopt en reduceert tot gedragsgestoord, achtergesteld, slachtoffer of vluchteling. En het helpt ze al helemaal niet als je die hokjes handhaaft als kokers in een aanpak van problemen en beleidsvelden. Het zijn geen ‘probleemkinderen’, kinderen waarvan de aanduiding halverwege de ambtelijke nota overgaat van kinderen die een probleem hebben in kinderen die een probleem zijn. Gelukkig zijn er zowel landelijk als in enkele grote steden kinder- en jeugdombudsmannen die bewaken dat we alle kinderen vanuit het juiste perspectief blijven zien.
Kinderen hebben een geweldige veerkracht. We kunnen proberen slechte hechting te herstellen. Ouders, professionals in onderwijs en zorg én de overheid kunnen samen omstandigheden creëren zodat kinderen met pech in hun verleden alsnog veiligheid, hoop en vertrouwen krijgen. Vertrouwen in de wereld om hen heen, vertrouwen in de toekomst en niet in de laatste plaats vertrouwen in zichzelf. We kunnen hoopvol en optimistisch zijn over onze jeugd als we het kind zien als bron van inspiratie, als een volledige persoon en daarbij geen uitzonderingen maken.
Want kinderen hebben de toekomst. Alle kinderen!